We denken steeds meer na over polarisatie. In dit proces zijn de tegenstellingen tussen de verschillende groepen in de samenleving intenser geworden en is de tegenstelling tussen de verschillende groepen toegenomen. Polarisatie kan zich manifesteren op verschillende locaties, zoals in de buurt, school of werkplek, of kan worden weergegeven op sociale media.
Ook burgergroepen met betrekking tot overheid en instellingen kunnen gepolariseerd zijn. Soms ook wel “witte woede” genoemd. Het kennisplatform “Integratie en samenleving” richt zich op het polariseringsproces, waarin de raciale, culturele en religieuze grenzen een directe of indirecte rol spelen.
Wanneer is het niet wenselijk?
Polarisatie kan sociale verandering veroorzaken. Soms is polarisatie nodig om tegenstrijdige opvattingen, grenzen of belangenverstrengeling te verduidelijken. Als het polarisatieproces echter te lang doorgaat of als de tegenstelling te ver wordt doorgedreven, zal de samenleving uiteenvallen. Als het proces van polarisatie leidt of dreigt te leiden tot conflicten tussen groepen, het verdwijnen van ruimtes voor isolatie of nuance, dan spreken we van ongewenste polarisatie.
Hoe kan polarisatie ontstaan?
Er zijn veel mogelijke oorzaken en risicofactoren. In de media en de politiek gaat het bij polarisatie vaak om ‘primaire’ thema’s, zoals immigratie en religie. Maar in gemeenschappen, scholen en werkplekken wordt polarisatie meestal veroorzaakt door kleine dingen, zoals ongemak, onzekerheid in groepsinteracties of lichte gedragsstimulatie. In gemeenschappen met verschillende culturele achtergronden zullen mensen zich van elkaar vervreemd voelen omdat ze elkaars gedrag en intenties niet begrijpen en bang zijn om met elkaar te praten. Als gevolg hiervan kan de houding onder de menigte geleidelijk verslechteren.
Het herkennen van polarisatie
Polarisatie heeft twee groepen van tegengestelde meningen voortgebracht: het ‘extreme’. In sociale debatten richten mensen zich vaak op bipolaire en rechtlijnige opvattingen. De meeste mensen zitten echter in het midden. Deze groep staat ook wel bekend als het “stille centrum” en kent een grote diversiteit. In het midden denken sommige mensen bijvoorbeeld op een subtiele manier over het probleem, maar anderen zijn sceptisch of onverschillig. De telefoonpaal oefent druk uit op het “stille centrum” om één zijde te selecteren. Ze proberen elkaar niet te overtuigen, maar om deze middengroep te verenigen. Omdat deze twee extreme groepen steeds luider worden, wordt de tussenpersoon gedwongen een keuze te maken. Als gevolg hiervan neemt het aantal mensen aan beide kanten toe en verdwijnt de ruimte voor nuances van ‘stille tussenpersonen’, mensen nemen steeds extremere posities in.